De eerste professoren van de Gentse faculteit Geneeskunde - Cornelis van Tilburg (ISBN: 9789044137279)
- Thuiswinkel Waarborg
Gevonden bij 2 winkels vanaf
€ 31,50
(minder betalen?)
In de periode van het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden (1815-1830) werd door Koning Willem I de Universiteit Gent opgericht.In dit Cahier wordt aandacht besteed aan de eerste professoren van de Faculteit Geneeskunde, die er in 1816 werden aangesteld. Het betreft de gewoon hoogleraren Jean Charles van Rotterdam, die ook de eerste rector van de universiteit werd, en Pathologie en Kliniek der Inwendige Ziekten doceerde, inclusief Diëtiek; Jacob Lodewijk Kesteloot, die de vakken Materia Medica, Geneesmiddelenleer, Chronische Ziekteleer, Gerechtelijke Geneeskunde en Hygiëne onderwees en daarenboven de eerste decaan van de Medische Faculteit werd; François-Egide Verbeeck, die de vakken Anatomie en Fysiologie doceerde; en tenslotte de buitengewoon hoogleraar Joseph-François Kluyskens, die Theorie der Heelkundige Operaties, Heelkundige Kliniek en Theorie van de Verloskunde gaf.Het tijdvak waarin deze vier hoogleraren hun onderwijs verstrekten was bijzonder: de lessen werden in het Latijn gegeven, in die tijd de universitaire lingua franca, die niet alleen studenten van andere contreien diende aan te trekken, doch ook de 'taal van de geleerden' was, die door de nieuwe rector dan ook als uiterst belangrijk werd aanzien. Daarnaast werd deze periode gekenmerkt door grote wijzigingen in het medisch denken, dat van een filosofisch-rationeel patroon met romantisch-vitalistische trekjes progressief overging in een experimenteel denkkader. Hoe de eerste Gentse professoren daarmee omgingen komt in dit boek tot uiting. Daarenboven leefden deze vier medische roergangers in een tijd van politieke onrust en omwentelingen. Hun biografieën worden dan ook gekaderd in de overgang van het Ancien Régime naar de Nieuwste Tijd.Bijzonder aan dit Cahier zijn de Nederlandse vertalingen van een reeks Latijnse teksten, die enerzijds door deze hoogleraren, anderzijds door één van de eerste studenten, te weten Jozef-Lieven Boddaert, werden geschreven. Het boek wordt daardoor niet alleen een boeiend verhaal van onze medische voorouders, doch ook een tot op heden onuitgegeven bron van informatie over het geneeskundig denken van de vroege negentiende eeuw. De auteurs behoren allen tot de medische alumni van de Gentse universiteit en hebben reeds verscheidene publicaties op medisch-historisch gebied verwezenlijkt.